Hoe vaak ga jij naar de carwash? Een paar keer per jaar waarschijnlijk, hooguit eens per maand, toch? Tenzij je in Oss woont, dan ga je elke week. Hoe dat zit? Maak kennis met de kracht van taal.
Elke zaterdagochtend ga ik met onze jongste dochter op pad: naar de markt voor kaas en broodjes, de stad in voor een warme stroopwafel, vaak even langs de chocolatier … En overal krijgt ze wel iets lekkers.
Toch gaat het haar die ochtenden om iets anders. “Gaan we naar de carwash?”, vraagt ze steevast als we van huis wegrijden. “De auto is best vies, vind ik.” Gelijk heeft ze, want The CarWash in Oss is een hightechbelevenis (en de lolly is er vaste prik). Maar ook papa krijgt er een brede lach op zijn gezicht.
Het ideomotoreffect
Eigenaar Tom Muskens heeft bij de uitgang namelijk een bord geplaatst met de tekst: Bedankt voor uw bezoek en tot volgende week! Meestal vind ik het niet plezierig als ik op zo’n manier ‘gestuurd’ word, maar hier word ik ronduit vrolijk van.
De reden? Tom maakt op een sympathieke manier gebruik van het ideomotoreffect. Dit effect treedt op wanneer iemands gedrag gestuurd wordt door zijn (onbewuste) waarnemingen. In dit geval:
- Waarneming = bord met ‘volgende week’
- Gedrag = wekelijks naar de carwash
Lompe woorden, lomp gedrag
Het bestaan van het ideomotoreffect werd in 1996 ontdekt, tijdens een onderzoek aan New York University. Sociaal psycholoog John Bargh legde deelnemers zinnen voor waarvan de woorden door elkaar waren gehusseld. De deelnemers moesten deze woorden in de juiste volgorde zetten. De ene groep kreeg zinnen met woorden als ‘onbeleefd’ en ‘lomp’, de andere groep met woorden als ‘geduldig’ en ‘beleefd’.
Toen de deelnemers klaar waren en om een volgende taak vroegen, negeerden de onderzoekers hen een tijdje, bewust uiteraard. Wat bleek? De eerste groep stelde zich daarbij een stuk assertiever (lees: onbeleefder of lomper) op dan de tweede. Sturing van gedrag dus, met een paar simpele woorden.
En denk nou niet dat dit toeval was. Dezelfde wetenschappers vonden het ideomotoreffect ook bij mensen die langzamer gingen lopen nadat ze woorden als ‘oud’ en ‘grijs’ hadden gelezen. En onderzoek aan de Radboud Universiteit liet zelfs zien dat mensen beter presteerden bij Triviant als ze daarvoor aan het begrip ‘professor’ hadden moeten denken.
Gedragsneigingen
Hoe dat komt? Dat heeft te maken met de manier waarop onze hersenen informatie opslaan en verwerken. Én met onze neiging om ons bij het nemen van beslissingen te laten sturen door ons onbewuste. Als we al onze keuzes namelijk bewust zouden maken, zouden we daar tureluurs van worden.
Volgens het ideomotorprincipe koppelen we de suggestie om bepaald gedrag te vertonen (elke week naar de carwash) onbewust aan het beeld van het billboard. Het beeld van het billboard slaan we vervolgens op in onze hersenen. En zodra we daarna aan een carwash denken, komt de associatie ‘elke week naar de carwash’ stiekem mee en is die optie opeens een stuk vanzelfsprekender.
Tot volgende week?
Zo krachtig kan taal dus zijn, ook in een alledaagse omgeving als een carwash. Of ik voortaan wekelijks naar de carwash ga? Ik denk het niet. Maar vaker dan normaal? De praktijk wijst uit van wel. Maar misschien is dat ook om Tom een plezier te doen. En mijn dochter natuurlijk.
Reageren